Singapore en Maleisië

Nadat we afscheid hadden genomen van Rieneke en Remco vetrokken we naar Singapore. We zijn veel langer met zijn vieren opgetrokken dan we gepland hadden, maar het was dan ook reuze gezellig!! Wat heerlijk is dat reizen toch; dat je gewoon per dag kan beslissen wat je doet!

Toen we aankwamen op het vliegveld van Singapore, merkte je direct dat deze stad wel even iets anders is dan Indonesië! Alles is schoon, ruikt fris, netjes en vaak luxe, verder goeie wegen, moderne architectuur en veel (digitale) informatievoorziening. Het was dan ook niet moeilijk om onze weg te vinden naar de skytrain die ons naar het metrostation zou brengen.
We hadden de tip gekregen om naar de wijk Little India te gaan, vanwege de budget accomodaties en natuurlijk het lekkere eten!!

We vielen eigenlijk best met de neus in de boter, op de dag dat we aankwamen, begonnen er net drie festivals in Singapore. Een traditionaal hindoestaans en een chinees feest en de formule 1 GP week.
In Little India waren diverse straten en huizen behangen met kleurrijke versiersels. Ook hierbij was het de achterliggende gedachte om demonen te verjagen (wat zo ongeveer in alle hindoestaande traditionele feesten gebeurd). Er was daarnaast een groot podium gebouwd, waar je diverse uitvoeringen en spelshows kon bekijken. Toen we daar ’s avonds langs liepen was er iemand zó vals aan het zingen, dat we maar gauw zijn doorgelopen. We kwamen uit bij een grote party-tent, waar we direct werden uitgenodigd om binnen te komen. Hier was een groot buffet uitgestald en werd ons vriendelijk aangeboden of we een hapje mee wilden eten.... natuurlijk!
De Chinezen vierden het midden van het herfstseizoen. In Chinatown hebben we gekeken naar de voorbereidingen van een grote optocht, waar diverse dansen en vechtsportkunsten werden vertoond.

We verbleven slechts drie dagen in Singapore. Toch hadden we een goede en leuke indruk gekregen van deze hightech stad. We hebben mooie stadswandelingen gemaakt, veel met het zeer goed werkende metrosysteem gereisd, een gedeelte van het Marina Bay F1 stratencircuit bewandeld en vooral prachtige en hoge gebouwen bekeken (o.a. theater, cityhall, de shopping boulevards langs Orchid Road). Tel daarbij op dat je er geen files kent, dat je er heerlijk kunt eten (multiculti) en dat iedereen er perfect engels spreekt en je hebt volgens ons een topstedentrip te pakken!!

Vanuit Singapore namen we de bus die ons na wat overstappen in Mersing bracht. Hier besloten we één nachtje (en dat was meer dan genoeg) te overnachten, om dan ’s ochtends met de boot naar Pulau Tioman te varen. Na een kleine vertraging kwamen we aan op het eiland en stapten we uit bij de pier van het dorpje ABC. Dit dorpje was authentiek (kneuterig, dat wel), gezellig, traditioneel, vervallen en midden in een schitterende natuur. We wilden graag snel ergens inchecken om daarna lekker te gaan lunchen. Dit was best lastig, aangezien er nog feesten ivm einde Ramadan aan de gang waren. Veel restaurants, cafeetjes en zelfs accomodaties waren gedurende die uren gewoonweg gesloten. Excuses voor het ongemak...
Dus uiteindelijk in één van de meest vervallen kamertjes tot nu toe ingecheckt (wél aan het strand!) en daarna direct op zoek naar een ander hotel voor de volgende dag. Via een jungletocht en over de rotsen door de zee, kwamen we uit bij een ‘resort’ waar we de rest van ons verblijf op het eiland verbleven.
Nadat we gegeten hadden vonden we het wel een mooie tijd om een biertje te gaan drinken (hoort er immers bij op een reisdag!!). Ook dit bleek op een Islamitisch eiland best wel een behoorlijk moeilijke zaak te worden, totdat we een bordje zagen met jungle-bar.... die kant op..
We volgde een klein paadje door de jungle en kwamen we na een meter of 200 uit bij een hutje.... “Desmonds Junglebar”. Desmond zelf was de rivier aan het baggeren maar gaf direct aan dat in zijn huis de biertjes koud stonden en dat we gebruik konden maken van zijn wifi laptop... Het was inderdaad een zeer bijzondere plek, wel erg leuk.

Bij het resort was een groot restaurant aanwezig. Dat bleek wel erg handig, omdat als je ergens anders heen wilde, je of via de jungle of via het water moest. De natuur was hier ook weer erg mooi; helderblauw zeewater, lichte stranden en de jungle op de achtergrond. Behalve een tochtje met een boot hebben we dan ook niet veel gedaan naast relaxen, spelletjes spelen en af en toe een drankje :)

We vetrokken weer met de boot naar het vasteland en namen een bus die ons verder noordwaards bracht. We bleven twee nachten in Pekan. Een klein stadje, bekend vanwege het feit dat er een of andere Sultan vandaan komt. Dit was dan ook wel te zien; een aantal mooie paleizen, masjid’s (moskeën) en keurig aanlegde boulevards.. Het leuke van het stadje was dat de mensen niet echt gewend waren aan toeristen. We werden overal begroet en welkom geheten en de mensen waren erg vriendelijk. Zo kregen we om 01.00 ’s nachts nog een lift naar ons hotel van een skooterrijder, die speciaal hiervoor zijn auto ophaalde.
Na een korte wandeling door het stadje kwamen we bij een snookercentrum uit. Hier hebben we (geprobeerd) om een paar potjes te spelen... toch wel veel moeilijker dan poolen!

We vervolgden onze reis richting Kuantan, een wat grotere stad ook gelegen aan de oostkust van Maleisië. We zouden maar kort blijven, om van hieruit door te reizen naar een nationaal park. Echter veranderden die plannen, omdat Eem hard gevallen was. Met voor en achter een rugzak om, voorover op de grond gesmakt. Het leek gelukkig erger dan het uiteindelijk was, maar de wond boven haar oog moest wel even eerst goed genezen voordat we in een tropisch regenwoud gingen verblijven. Dus besloten we om een relax hotel te nemen (had Eem ook echt verdiend!). Hier hadden we Wifi op de kamer en konden we zelf koffie en thee maken. Tijdens de genezing dus voornamelijk wezen internetten/ skypen en alleen voor het benodigde voedsel en een frisse neus naar buiten! Eten deden we voornamelijk bij een heerlijke Indiaan. Lekkere curries en Naanbrood erbij!
Ook in het Islamitische Kuantan moet je voor een biertje naar een restaurantje of andere toko met een Chinese eigenaar. Daar kunnen de Moslims op de A’damse straatweg nog wel wat van leren! Hoe bedoel je; dubbele interpretaties uit de Koran!!
We zijn nog 1 middagje naar het nabijgelegen strand geweest. Monkeybeach, met een groot Hyatt-hotel erbij en de keus uit McDo, KFC of een klein plaatselijk restaurantje. Niet echt interessant, maar wel weer lekker om even uit te waaien!

De reis naar Taman Negara, het nationaal park en tevens één van de oudste tropisch regenwouden van de wereld, verliep zeer voorspoedig. We namen de taxi en bus vanuit Kuantan naar Jerantut. Daar aangekomen stond er direct al een minibusje voor ons klaar, die ons naar een andere bus bracht, die weer door zou rijden naar de bootterminal. Eenmaal bij de Jetty aangekomen konden we nog net een lunchpakketje kopen en toen direct vertrekken met de boot.
Dit was een mooie, drie uur durende tocht over de rivier, middenin de jungle. We zagen onderweg o.a. aapjes, een bever, wilde waterbuffels en hele mooie vogels.
Alles was eigenlijk perfect op deze reisdag...totdat de schipper over een grote steen was gevaren, de buitenboortmotor het begeven had en het vanaf dat moment keihard begon te regenen en onweren..

Eenmaal aangekomen in het dorpje nabij de ingang van het park, waren we al behoorlijk koud en natgeregerend. Onze bagage had een beetje water gehad, maar dat viel gelukkig best mee. In het boot-restaurantje waar we vanaf de boot direct binnenliepen stonden alle reizigers zich met thee en dekens weer warm te maken. Helaas was het pad, wat naar de guesthouses en hotels moest leiden weggespoeld door de regen, en was het dus erg glibberen geblazen, vooral met de backpacks om. Eem had de dag ervoor een weddenschap verloren met kaarten en moest vandaag de overnachting regelen. Met regenjas aan, klimmend door de blubber in de schemerende namiddag. Best fijn als je dan droog, met een fleecedekentje om je middel aan je lekkere bakje koffie zit...

We hadden echt pech met het slechte weer (werd de volgende dag ook niet echt beter) en besloten om maar weer te vertrekken. Nu niet met de boot, maar met de bus terug naar Jerantut en van daaruit met de trein naar uiteindelijk Melaka. Dit was al met al een behoorljk lange trip, dus toen we aankwamen in Melaka direct ergens ingecheckt en Indiaas gegeten waarna we direct in slaap vielen.

Melaka is een zeer mooie koloniale stad (en tevens de zoveelste Unesco World Heritage site). Je vindt er veel invloeden vanuit voornamelijk de Nederlandse, maar ook de Portugeze bezetting. Het aantal Indiase en Chineze bewoners ligt er hoog en zorgt ervoor dat er veel kleurrijke shops en restaurants te vinden zijn. We zijn ongeveer een week in Melaka gebleven en sliepen in een zeer groot koloniaal pand, het zogenaamde Baba-house. Het pand is minstens zeventig meter diep en heeft ongeveer 80 kamers. Lange gangen wisselen zich af met mooie hallen/ zitjes, allemaal in oude chinese en koloniale sferen.
In Melaka zelf hebben we veel gewandeld langs de vele bezienswaardigheden die de stad rijk is. Langs het oude Stadhuys, kerken en kathedralen, musea, de Malaka river (waar tientallen grote water-monitor-lizards wonen) en leuke winkeltjes. Een mooie stad om (tijdelijk) afscheid te nemen van Azië. We vertrekken namelijk zeer binnenkort naar Australië...